De verhalen – 13 juni 2018

Ze hadden allemaal al een lange werkdag achter de rug, de deelnemers van het derde verhalenatelier, en eigenlijk wisten ze ook niet goed wat ze konden verwachten. “Als het niet bij me past, dan ga ik weer”, zei Fons, toen hij tegen achten het Markieshuis binnenkwam. Zeker, prima hoor; niemand moet hier tegen zijn zin zijn. Maar hij bleef – gelukkig – en de andere deelnemers ook.

Het werd zelfs een heel gezellige avond waarop niet alleen verhalen werden gezocht, maar vooral ook gedeeld. Open en eerlijk. Er sprak veel liefde voor de wijk uit, die wordt als knus ervaren, maar meer nog ging het over onderlinge betrokkenheid. Sommigen vertelden hoe ze zich – op momenten dat ze het konden gebruiken – gesteund voelden door hun buren. Dat kan natuurlijk alleen maar wanneer je elkaar een beetje kent. Het is tegenwoordig makkelijk om je terug te trekken achter de eigen voordeur, maar als iedereen dat doet wordt een wijk er niet beter van, zo concludeerden we.

Vanuit die gedachte hebben de deelnemers een brief aan hun buur geschreven. Op het witte briefpapier stond al de tekst:

Beste buur
Ik woon al . . . jaar in Eikenderveld en misschien hebben we elkaar in het voorbijgaan weleens gegroet. Maar kennen doen we elkaar niet echt, want dan zou je weten dat ik . . .

Het leverde weer veel moois op: persoonlijke inkijkjes in het leven van mensen die samen Eikenderveld vormen. Alle brieven zijn tijdens het verhalenatelier aan elkaar voorgelezen, maar niet iedereen voelt ervoor ze online te delen en dat wordt uiteraard gerespecteerd.

Dank aan de twee buurvrouwen die geen bezwaar maakten tegen plaatsing van hun brief.